Egypte: Land zonder diesel

Maandag 22.10.2012 – 14u07: Aangekomen aan de Egyptische zijde van de grensovergang, lijkt de chaos niet te overzien. Het is er super druk. Tussen de overvolle pick-up jeeps die in lange rijen staan aan te schuiven, bewegen er enkele honderden mensen die er als een kolonie mieren één voor één de auto’s uitladen, alles door een scanner sturen en nadien terug inladen. Op de grenspost bevindt zich ook een vluchtelingenkamp van Zuid-Soedanezen wat het hele gebeuren zo mogelijk nog drukker maakt. Na een eerste checkpoint, komen we aan bij een groot vervallen gebouw. Met vage Arabische instructies worden we van loket naar loket gestuurd. In de gangen die boordevol roepende, soms bijna vechtende Arabieren staan, zijn de muren over de onderste twee meter letterlijk zwart gelopen van het vuil. Deuren hangen er vaak nog maar met één scharnier vast.

Maandag 22.10.2012 – 14u53: In één van de kantoren zit de grote chef van de dienst Immigration samen met twee van zijn ‘hulpjes’. Wanneer we ons paspoort aan hem overhandigen, meldt hij ons droog dat het niet meer mogelijk is om de Egyptische visum-sticker aan de grens te kopen. Na veel wachten, wat aandringen en enkele telefoongesprekken krijgen we uiteindelijk geen sticker, maar alvast wel de bijhorende Entry-stempel in ons paspoort gedrukt. De visum-sticker zelf moeten we volgens één van de hulpjes, die met moeite drie woorden Engels spreekt, na aankomst in Cairo gaan kopen in “om het even welk bankkantoor”.

Maandag 22.10.2012 – 15u46: Terug aan de auto rijden we verder naar een soort van douanepost. Ze vragen ons om alles van en uit de auto te halen en door een scanner te sturen. “Really everything? That’s gonna take the rest of the day”, meldt Bram beleefd aan de man in functie. Wanneer hij nadien ook uitlegt dat we niet eens zakken of valiezen bij hebben om alles in te steken en we de inhoud van enkele kasten & kisten laten zien, mogen we dan toch verder. Volgende stap zijn de autopapieren. Bram loopt achtereenvolgens van de Traffic Engineer naar een kopieloket, de Customs building, terug naar de Traffic Engineer, opnieuw naar het Customs gebouw, dan naar de Cashier en ten slotte opnieuw naar de Traffic Engineer wanneer hij uiteindelijk ons Carnet de Passage ingevuld en afgestempeld terugkrijgt. Maar dan zijn we er nog niet. We moeten ook nog Egyptische nummerplaten en een tijdelijke autoverzekering regelen. Op naar een volgende gebouw met helaas alweer evenveel loketten als mensen.

Maandag 22.10.2012 – 16u41: Meer dan 3,5 uur na onze aankomst op de grenspost, mogen we door naar de allerlaatste checkpoint waar auto & paspoorten nogmaals gecontroleerd worden en rijden we Egypte binnen. We zijn in het zevende land van onze reis geraakt, driewerf hoera!

Maandag 22.10.2012 – 17u20: Door alle drukte op de grensovergang hebben we sinds deze ochtend niet meer gegeten. Dertig kilometer voorbij de grenspost vinden we een slaapplaats net voor zonsondergang. We eten de lunch die we meekregen uit Libië – kip met rijst – koud op. Vermits we gigantisch moe zijn van de grensperikelen en de bijhorende drukte, kruipen we op een recorduur onze daktent in: 18u37.

Dinsdag 23.10.2012 – 8u27: Vandaag wordt een dag van kilometers afleggen vermits we zo snel mogelijk in Cairo willen zijn om ons visum voor Soedan te regelen. We stoppen in een dorpje voor het kopen van eieren, groenten en bananen en rijden de rest van de dag op kruissnelheid richting Cairo. ’s Avonds rijden we enkele kilometers van de hoofdweg af en rijden de woestijn in om er de nacht door te brengen.

Woensdag 24.10.2012 – 11u32: Na enkele uren autosnelweg, rijden we de voorsteden van Cairo binnen. Wat volgt is iets meer dan twee uur geclaxonneer en geschuif om tot aan het hotel in Zamalek te geraken. Tussen alle drukte van auto’s, vrachtwagens, minibusjes en brommers lopen er af en toe ook doodgewoon enkele ezels met een kar achter. Als een soort van herinnering aan onszelve: we bevinden ons in Afrika, ojawel.

Aangekomen in het hotel, herkent de receptionist Bram van zijn reis twee jaar geleden na het vallen van de woorden “visa” en “Soedan”. We maken gebruik van het internet in het hotel en gaan ’s avonds voor een pizza in de overdrukke straten van Zamalek.

Donderdag 25.10.2012 – 8u51: We rijden met een taxi naar de Belgische ambassade om er de eerste stap van het Soedanese visum te regelen. Onderweg wordt echter al gauw duidelijk dat het verdacht rustig is in Cairo centrum. Aangekomen bij de ambassade blijkt deze inderdaad al gesloten te zijn omwille van het driedaagse Islamitische offerfeest dat eigenlijk morgen pas begint. Alle officiële instellingen zijn daardoor blijkbaar vandaag al dicht. Pech dus: er zit niets anders op dan een nieuw plan te bedenken. We beslissen om nog een extra nacht in het hotel te blijven zodat we eindelijk tijd hebben om de verhalen & foto’s van Tunesië op onze website te posten en rijden dan morgen voor een “weekendje” naar de woestijn.

Vrijdag 26.10.2012 – 11u17: Voor we naar de woestijn vertrekken, wandelen we nog even door het centrum van de wijk waarin ons hotel gelegen is in de hoop een glimp te kunnen opvangen van de eerste dag van het offerfeest. Al gauw wordt duidelijk dat we ons naar de beenhouwerij moeten begeven.  Onder de brug tegenover de beenhouwerij staan al enkele dagen tientallen schapen die vandaag één voor één op de stoep worden geslacht. Hele plassen bloed stromen de straat op. Julie neemt enkele foto’s terwijl er twee schapen onder het mes gaan en we beslissen om ons vegetarisch dieet van de voorbije dagen toch nog maar even voort te zetten.

Vrijdag 26.10.2012 – 15u06: Nadat we de hoofdweg verlaten hebben, rijden we enkele kilometers recht de woestijn in. Wanneer er voor ons ineens vijf zandrichels opduiken, beslissen we om de banden af te laten en een poging te doen om erover te rijden. Bij de derde richel geraken we echter stevig vast in het losse zand. Resultaat: een Landrover die met zijn buik volledig tot in het zand zit. Meer dan drie kwartier hebben we nodig om de auto terug min of meer vrij te scheppen. We leggen de zandplaten onder de wielen en geven plankgas. Ennnn, hups, we zijn er uit! Na ook de twee andere richels overwonnen te hebben, rijden we nog enkele kilometers verder en vinden een mooi plekje naast een zandheuvel. We koken en kruipen naar goede gewoonte vroeg in onze daktent.

Zaterdag 27.10.2012 – 9u18: Rustdag in de woestijn. We zetten de luifel op langs onze auto tegen de felle zon en genieten met volle teugen van de rust. In 360° rondom ons niemand te zien… We schrijven verder aan onze dagboekverhalen van Libië, maken foto’s en spelen enkele spelletjes Kubb in het zand van onze ‘privé camping’. Meer moet dat écht niet zijn!

Zondag 28.10.2012 – 15u43: Na een rustige ochtend in de woestijn met pannenkoeken en gebakken appeltjes, zijn we terug in ons hotel in Cairo. Na vier weken onderweg zijn is het tijd voor enkele Skypegesprekken naar België…en of dat deugd doet!

Maandag 29.10.2012 – 8u39: Na het intussen welbekende en evenzeer matige ontbijt in ons hotel, nemen we opnieuw de taxi richting de ambassades. Eerst is de Belgische ambassade aan de beurt. Voor het verkrijgen van een Soedanees visum, hebben we immers een ‘Letter of invitation’ nodig van de Belgische overheid. Helaas wil of kan de Belgische ambassade ons hiermee (in tegenstelling tot alle andere Europese landen) niet mee helpen. Twee uur wachten later, krijgen we dan toch een soort van officieel vervangdocument waarin vermeld wordt dat de Belgische overheid geen ‘Letters of invitation’ aflevert voor Soedan. Met deze brief haasten we ons naar de Soedanese ambassade enkele straten verderop. Na meermaals aangebeld te hebben, wordt echter duidelijk dat de Soedanese ambassade nog steeds dicht is omwille van het Islamitische offerfeest van vier dagen geleden. We twijfelen wat we moeten doen: nog een dag langer in Cairo blijven en morgen opnieuw langs de Soedanese ambassade passeren (waarna we dan allicht nog een week moeten wachten op het effectieve visum) of rechtstreeks naar Zuid-Egypte rijden en het visum trachten te regelen in het Soedanees Consulaat in Aswan… We wandelen te voet naar het hotel en beslissen uiteindelijk voor de laatste optie te gaan.

Maandag 29.10.2012 – 12u17: Voor we Cairo definitief kunnen verlaten, moeten we eerst nog de Egyptische visa stickers zien te regelen aangezien deze niet meer te verkrijgen waren aan de Libische grensovergang. Nadat we uitgecheckt zijn uit het hotel, lopen we enkele bankkantoren binnen in de buurt. Keer op keer vallen ze echter uit de lucht wanneer ze onze vraag aanhoren. Eén van de mannen stuurt ons door naar Tahrir Square, waar een Thomas Cook Tourist Center en het ministerie van Binnenlandse Zaken zou gesitueerd zijn. Een taxi en enkele pogingen bij andere Tourist Operators in de buurt van Tahrir later, vinden we uiteindelijk dan toch het Thomas Cook kantoor. Helaas kunnen ze ons ook daar niet verder helpen. Ze verwijzen ons door naar terminal 3 van de internationale luchthaven 30km buiten de stad. We nemen snel een taxi terug naar onze auto en rijden in volle namiddagspits door Cairo centrum naar de luchthaven. Daar aangekomen gaat Julie op zoek naar de visum stickers terwijl Bram bij de auto blijft. Na wat zoeken vindt ze iemand die bevestigt dat de stickers inderdaad te koop zijn op de luchthaven, maar alleen in de zone waar je terecht kan nadat je ingecheckt bent voor een bepaalde vlucht… Na wat zoeken en aandringen vindt ze dan toch iemand van het luchthavenpersoneel die de stickers voor ons wil gaan halen in de beveiligde zone. Visa stickers: check!

Maandag 29.10.2012 – 16u20: Met de visum stickers op zak, haasten we ons zowaar naar een échte Carrefour in een shopping center 20km verder om eten in te slagen voor de komende weken. Het is er super druk en recht evenredig onaangenaam, maar we zwieren ons desalniettemin tegen stevig tempo door de verschillende rayons. Wanneer we met een volle kar uit de winkel komen, is het al donker en blijken we bovendien te hoog te zijn om van de dakparking af te rijden. Er zit niets anders op dan het verkeer tegen te houden en via het hellend vlak van de inrit terug van de parking te rijden. We rijden in het donker Cairo uit en slapen terug in de woestijn, niet ver van het plekje waar we twee dagen geleden ook stonden.

Dinsdag 30.10.2012 – 11u36: Na enkele uren van cruisen door de woestijn, zien we rechts enkele mooie zandduinen liggen. We rijden er naar toe en maken een kleine wandeling door de zandheuvels. Het valt ons op hoe moeilijk het is om in te schatten hoe hoog en steil de duinen zijn. Het lichtgele zand tekent zich prachtig af tegen de donkerblauwe lucht wanneer we beseffen dat een plotseling besef van de oneindigheid een esthetische ervaring is, dixit Bart Peeters.

Dinsdag 30.10.2012 – 13u52: Aangekomen in Bawiti Oase gaan we op zoek naar diesel. Het eerste tankstation ligt er compleet verlaten bij. Aan het tweede tankstation staat een gigantische rij van auto’s, tractors, bulldozers en vrachtwagens aan te schuiven. Net op het ogenblik dat we willen terugdraaien, stapt er een man uit de witte jeep voor ons. Het blijkt de eigenaar van Eden Garden Camp te zijn waar we gepland hadden om de nacht door te brengen. Hij zegt dat we beter morgen kunnen komen tanken, dus we volgen hem richting de campsite waar we een rustige nacht te gemoed gaan.

Woensdag 31.10.2012 – 8u07: Wasdag! We wassen deze voormiddag onze volledige vuile was met de hand. Terwijl we bezig zijn, komt het hulpje van de campsite rond ons hangen. Eerst onschuldig terwijl hij planten komt water geven en ons waswater wil verversen, daarna wat opdringeriger. Hij wil per se onze voeten, benen en zelfs hoofden “afkoelen” met zijn tuinslang.  Ook daarna blijft hij rond ons hangen en wordt hij hoe langer hoe vervelender. We doen een poging om ons dagboek bij te schrijven, maar met een man in onze buurt die ons de hele tijd zit aan te staren, lukt dat niet goed. We doen ook nog een poging om de kardankruisjes van de auto te smeren, maar de vetpomp doet het niet zoals het hoort en het wordt al donker, dus we laten het voor wat het is en beginnen te koken.

Donderdag 01.11.2012 – 10u14: Nadat we de campsite verlaten hebben, rijden we terug richting Bawiti centrum op zoek naar diesel. Beide tankstations blijken echter compleet leeg te zijn. Dan maar met een halve dieseltank richting de Black Desert. Kilometers lang rijden we dwars door een soort van zwart gruis terwijl de heuvels rondom ons eruit zien als houtskool…speciaal!

Donderdag 01.11.2012 – 16u09: Wanneer we aankomen in Farafra Oase hopen we hier eindelijk te kunnen tanken. Helaas: ook hier zijn de twee beschikbare tankstations volledig leeg. Diesel blijkt hier momenteel niet te verkrijgen, zelfs niet op de zwarte markt. We rijden dan maar een klein stukje de woestijn in op zoek naar een slaapplaats, in de hoop morgen alsnog diesel te vinden in Farafra. We hebben immers niet meer genoeg diesel om tot in de volgende stad te geraken… 

Vrijdag 02.11.2012 – 9u01: Na het ontbijt vertrekken we terug richting het tankstation van Farafra. Daar aangekomen staan er al enkele camions en pick-up jeeps met grote olievaten te wachten. Voorts ligt het benzinestation er verlaten bij, maar het feit dat er nog andere mensen staan te wachten, geeft ons hoop dat er diesel op komst is. Eerst wachten we even om te kijken wat er gebeurt, maar vermits dat eerder weinig is, gaat Bram het toch eens vragen in het bijhorende kantoor. Ze maken hem duidelijk dat er diesel op komst is. “Binnen twee uur… Insjallah.” Er zit dus niets anders op dan te wachten in de volle zon. Twee uur later komt er inderdaad een oplegger met diesel toe. Het duurt dan echter nog anderhalf uur vooraleer de vrachtwagen leeggelopen is, vermits dit hier niet met een pomp gebeurt, maar gewoon door de zwaartekracht zelve. Intussen komen er overal uit het dorp mensen aan met jerrycans en olievaten. Nadat de vrachtwagen zelf getankt heeft, neemt de drukte en chaos nog meer toe, maar mogen we mits wat onderhandelen dan toch als eerste naar de pomp rijden. Terwijl we onze auto en vier jerrycans vullen, wordt er rondom ons hevig gediscussieerd en geroepen. Ze rekenen ons uiteindelijk bijna het dubbel van de normale prijs aan, maar we hebben precies geen zin om te beginnen discussiëren terwijl er mannen klaar lijken te staan om op de vuist te gaan, dus betalen we maar en rijden snel weg.

Vrijdag 02.11.2012 – 13u24: Via een gps-piste rijden we recht de White Desert in. Eerst moeten we door enkele lange, zanderige stukken, dus we stoppen even om de bandenspanning te verlagen en ‘varen’ nadien kilometers lang door het losse zand. Daarna komen we meer en meer tussen de witte kalkrotsen terecht die de meest absurde vormen aannemen: zeer speciaal!

Vrijdag 02.11.2012 – 16u06: Na een tussenstop, zien we in de verte twee auto’s staan met mensen op het dak. Wanneer we dichterbij rijden, blijken het de eerste overlanders te zijn die we deze reis tegenkomen. We stoppen enthousiast en maken kennis met twee Deense koppels die onderweg zijn naar Zuid-Afrika. Ze plannen net als ons om de boot naar Soedan te nemen op 12 november, dus hopelijk zien we hen in Aswan terug. We nemen afscheid en gaan op zoek naar een slaapplaats tussen de witte rotsen. Wanneer de avond gevallen is en we staan te koken onder blote hemel, zien we boven ons gi-gan-tisch veel sterren. Superlatieven schieten te kort om te beschrijven wat er te zien is…

Zaterdag 03.11.2012 – 10u27: Wanneer we de asfaltweg naderen en de banden dus opnieuw willen bijpompen, merken dat er een probleem is met onze compressor. Er zit niets anders op dan de passagiersstoel los te vijzen (vermits de compressor zich hieronder bevindt) om na te gaan wat het probleem precies is. Eén van de koppelstukken blijkt niet goed meer te sluiten, waardoor we nauwelijks nog druk kunnen pompen. Het probleem is echter snel opgelost, dus wat later monteren de stoel opnieuw en rijden we met volle banden terug de asfaltweg op.

Zaterdag 03.11.2012 – 17u03: We verlaten de asfaltbaan en parkeren ons enkele kilometers verder in de woestijn tussen enkele lage zandheuvels. We schrijven wat verder aan ons dagboek en koken daarna onder een hemel vol sterren.

Zondag 04.11.2012 – 10u09: Veertig kilometer na ons vertrek, komen we aan in El Qasr, een oud dorpje van lemen huizen. De helft ligt er als een ruïne bij, maar hier en daar wonen er ook nog mensen. We wandelen er rustig door en zoeken door de doolhof een weg terug naar onze auto.

Zondag 04.11.2012 – 14u16: Terwijl we verder over de asfaltbaan door de woestijn rijden, neemt de wind stevig toe. Af en toe scheren er zandsluiers over de weg. Er hangt ook een soort van mist, maar eigenlijk gaat het gewoon om zand dat door de lucht vliegt. Enkele uren later, rijden we dan toch van de weg af en parkeren we onze auto zo’n twee kilometer verder de woestijn in. Het zand schuurt langs onze benen. We proberen de auto met zijn neus in de wind te zetten, zodat we aan de koffer relatief windvrij kunnen koken. Met zoveel wind zien we het echter niet zitten om in de daktent te slapen, dus slapen we voor het eerst sinds we Europa verlaten hebben nog eens in de auto.  Wanneer we gaan slapen is het echter nog steeds 32°C in de auto, dus we vallen maar moeizaam in slaap terwijl de wind buiten langs de auto tuut.

Maandag 05.11.2012 – 9u21: Ook vanmorgen is de wind nog niet gaan liggen. Wanneer we opnieuw op de asfaltbaan rijden, blaast de wind de hele tijd van schuin voor ons. We halen met moeite 75 km/u en rijden dus gestaag verder richting Edfu.

Maandag 05.11.2012 – 14u20: Omdat het te laat is om vandaag nog de site van Edfu te bezoeken, zoeken we 30km voor Edfu een kampeerplaats te midden van de winderige woestijn. Bram doet een paar kleine herstellingen aan de auto en omdat het nog steeds stevig waait, beslissen om ’s avonds opnieuw in de auto te slapen.

Dinsdag 06.11.2012 – 8u37: Vooraleer we naar Aswan rijden, bezoeken we eerst de tempel van Horus in Edfu. Van alle tempels uit het Egyptische rijk, is dit de best bewaarde. Wanneer we aankomen, blijkt de tempel er opvallend rustig bij te liggen: aangenaam! De hoeveelheid uitgehouwen tekeningen en hiërogliefen grenst aan het onwaarschijnlijke en maakt de tempel zonder meer bijzonder indrukwekkend.

Woensdag 07.11.2012 – 9u16: Vol goede moed vertrekken we richting het Soedanees consulaat in Aswan om er ons visum aan te vragen. Na wat wachten is het onze beurt. We nemen plaats in de zetel van een klein en donker kantoor waar zowel tv als airco op volle toeren draait. De man in kostuum achter het bureel bekijkt uitgebreid onze paspoorten zonder veel te zeggen. Af en toe valt de naam van één van onze voorgaande landen. “Tunesia… Libya…Hmmm…”. Tien minuten later klapt de man kordaat onze paspoorten dicht gevolgd door een “Sunday, Insjallah”. Zondag pas? Dat is over vijf dagen…en we moeten in principe morgen het ferryticket voor onze auto reserveren. Wanneer we beginnen aan te dringen, staat de man recht en toont hij ons een papier dat in de naastliggende wachtruimte hangt: “Visa requests should be done 14 days before departure”. Oké, zondag dan. En dan maar hopen dat het visum er ook écht wel zondag is, want er is slechts één boot per week naar Soedan en deze vertrekt op maandag…

Woensdag 07.11.2012 – 12u03: Terug in Adam’s Home (een oude Nubische woning die werd omgevormd tot een soort van guesthouse/campsite en bij gebrek aan alternatief door zowat alle overlanders wordt gebruikt die moeten wachten op de wekelijkse ferry naar Soedan), is het tijd voor het eerste grote auto-onderhoud. Bram kruipt onder de auto om de kardankruisjes te smeren en merkt dat het olie-dopje van de versnellingsbak ontbreekt. Het blijkt om exact hetzelfde olie-dopje te gaan dat twee jaar geleden bij Bram’s vorige overlandreis eveneens in Adam’s Home bleek te ontbreken. Wat een vreemd toeval! Gelukkig herinnert hij zich nog een kleine garage in Aswan waar hij in 2010 het juiste dopje kon kopen. We rijden er naar toe en vinden na wat proberen inderdaad een olie-dopje dat past. Feest! Nu de auto toch boven de smeerput van de garage staat, vragen we de opgewekte garagist of we van zijn smeerput gebruik mogen maken om ineens ook de motorolie, oliefilter en luchtfilter te vervangen. Geen probleem: een dik uur later en amper 10 Egyptische ponden armer (ca. 1,50 euro), rijden we met een “nieuwe” auto terug naar de campsite.

Zondag 11.11.2012 – 9u07: Na drie dagen van papierwerk voor de boottransfer naar Soedan en enkele pogingen om het batterij/frigo-probleem van onze auto op te lossen, belooft het vandaag een hectische dag vol bureaucratische paperassen te worden. Om 10u00 worden we immers niet alleen op de Soedanese Ambassade verwacht, maar moeten we ook in de haven zijn om onze auto op de overzetboot naar Soedan te zetten. Vermits we echter geen ferrytickets kunnen kopen zonder geldig visum, rijden we ruim op tijd naar de ambassade. Daar aangekomen, worden onze zenuwen stevig op de proef gesteld. Terwijl de ambtenaar van dienst op het Soedanese consulaat zich maar niet laat opjagen, krijgen we hoe langer hoe meer berichten van de twee Deense koppels die al in de haven staan te wachten met hun auto. Als we niet onmiddellijk mét visum naar de haven kunnen rijden, zijn we allicht onze plaats op de overzetboot kwijt en moeten we dus een week wachten op de volgende overzetboot. Terwijl de ambassadeur al vijf keer “just some minutes please” heeft gezegd, moeten we nog meer dan een uur wachten. We lopen zenuwachtig heen en weer in de gangen en vrezen dat we onze plaats op de boot definitief verloren zijn. Wat daarstraks bij aankomst zogezegd “10 minutes” zou duren, neemt meer dan 3,5 uur in beslag. Wanneer we dan éindelijk ons visum in handen hebben, spurten we naar de auto. We vliegen door de straten van Aswan en reppen ons in snel tempo naar de haven die zo’n 25km verder ligt.

Zondag 11.11.2012 – 13u19: Aangekomen in de haven, staat de “fixer” ons al op te wachten aan de poort. Terwijl Bram naar de ticketoffice wordt gestuurd om het auto-ponton te betalen, loopt Julie naar het Customs gebouw om het laatste papierwerk van de auto te regelen. We vijzen onze Egyptische nummerplaten van de auto en rijden snel naar het ponton. Daar aangekomen blijkt er echter nog geen enkele auto op de overzetboot te staan. Hebben we ons dààr zo hard voor gehaast?! Een half uurtje later mogen de twee Deense koppels dan toch hun Landrover Discovery op het ponton boordevol cargo zetten. Onze auto moeten we even later op een tweede ponton rijden, samen met een andere Landrover Defender van Lizzy & Jhonny, een jong Schots koppel, en een Mitsubishi Pajero van Joachim, een Duitser die 25 jaar als politiek ontwikkelingshelper in het Midden Oosten en Noord-Afrika werkt.

Zondag 11.11.2012 – 15u21: Bekomen van alle stress, nemen we samen met de andere zeven overlanders een 40 jaar oude Peugeot 504 taxi terug naar Aswan. We beslissen de nacht door te brengen in hetzelfde hotel als de twee Deense koppels en gaan ’s avonds samen iets eten aan de oever van de Nijl. Joachim, de Duitse politicoloog, vertelt dat hij na deze reis in Libanon zal gaan werken. Van zijn ex-collega’s in Jordanië kreeg hij nog een fles champagne mee die hij onmogelijk kan importeren in Soedan. Hij haalt de fles dus boven, schiet de kurk de Nijl in en even later heffen we samen met de andere overlanders het glas op een goeie overtocht naar Soedan. Cheers!

Maandag 12.11.2012 – 9u20: Na het ontbijt in het hotel, nemen we opnieuw samen met de andere overlanders een taxi richting de haven. Wanneer we daar aankomen, staan er al heel wat mensen met allerlei dozen vol bagage aan te schuiven. Vier loketten en een tweetal uur later, mogen we aanschuiven voor een plekje op de boot. Het schip van 30 jaar oud ligt er nogal afgeleefd bij. De second class tickets die we kochten, geven in principe recht op een plaats op het dek, maar wanneer we daar arriveren, blijkt er geen twee vierkante meter meer vrij te zijn. Samen met de Schotse en Deense overlanders, beslissen we de kapitein wat fooi toe te steken, zodat we een klein stukje van het in principe verboden zij-dek mogen inpalmen. Aangezien de boot echter pas rond zonsondergang zal vertrekken, spannen we enkele lakens boven ons hoofd tegen de schroeiende hitte.

Maandag 12.11.2012 – 16u37: We bevinden ons in de kantine van de boot om aan te schuiven voor het avondeten. De rokerige en half verroeste ruimte die zich blijkbaar net voor de motor van de boot bevindt, straalt alles behalve gezelligheid uit. De motor maakt ieder gesprek zo goed als onverstaanbaar. Het eten wordt er geserveerd op natte, metalen schotels terwijl rondom ons mannen heen- en weer roepen. Desondanks smaakt de kip met rijst en brood beter dan verwacht.

Maandag 12.11.2012 – 17u07: Terug op het dek, roept de kapitein via de intercom op om te bidden. Alle mannen op het dek richten zich naar het Oosten en beginnen aan een vijftien minuten lang gebed. We kunnen maar hopen dat het iets helpt, want in april van dit jaar, voer dit schip tijdens zijn overtocht nog vast op een rots terwijl de kapitein naar verluidt aan het bidden was. Alle passagiers mochten toen twaalf uur lang wachten op een reddingsbootje voor de verdere overzet naar Wadi Halfa. We houden onze vingers gekruist en zetten even later koers richting Soedan terwijl de zon achter de horizon verdwijnt.

Dinsdag 13.11.2012 – 7u09: Na een bijzonder koude nacht onder onze dons op het dek, varen we voorbij de tempel van Abu Simbel. Na drie weken Egypte, schittert in de verte Soedan in het ochtendlijke licht van het Lake Nasser.

Landen: 

Reactie toevoegen